A. Wat neem ik waar?

kijk nieuwsgierig naar wat er gebeurt, zonder gelijk te oordelen

Je begint met waarnemen. Je bent nieuwsgierig naar wat er gebeurt. Je richt je op de feiten. Je verwondert je over wat je ziet. Je hebt niet gelijk een oordeel. Je kijkt er alleen maar naar.

Hierbij stel je open vragen die beginnen met: waar, wanneer, hoe, wie, etc. In het voorbeeld van Anne keek de begeleider naar haar: hoe beweegt zij? Hoe zijn haar stemmingen? Wat doet zij?

Je gaat ook jezelf waarnemen. Je kijkt ook naar je eigen gedrag. Vragen die hierbij horen: waar was ik? Wat deed ik? Welke houding had ik? Hoe ga ik met haar om?

En je kijkt naar reacties en het contact tussen jou en het kind, de cliënt. De begeleider keek naar de situatie tussen haar en Anne: wat deed ik of wat deed Anne? Wat heb ik Anne gezegd? Hoe reageerde Anne? Met welke woorden en met welk geluid? Met harde of zachte stem? Hoe was het met mijn spierspanning en die van Anne in deze situatie?

B. Wat voel ik?

observeer en benoem gevoelens en oordelen

Deze stap vraagt om even stil te zijn en naar jezelf te luisteren. Hiermee word je bewust van wat er zich in jouzelf afspeelt: je gevoelens en (innerlijke) oordelen die je hebt over jezelf, iemand anders of over de begeleidingssituatie waar je in staat. Door stil te staan kun je er woorden aan geven. Soms geeft het delen daarvan erkenning en begrip.
Ook helpt het om je eigen gevoelens in een situatie (in het voorbeeld van Anne: afgewezen voelen als begeleider) te scheiden van het feitelijk gedrag van deze cliënt. Dit maakt dat het vaak minder beladen wordt.

C. Wat weet ik?

verken de situatie verder en betrek het kind of de cliënt, familie, collega’s en creëer met elkaar een beeld

camino 05 03

In deze stap ga je vragen stellen die passen bij de vier essenties. Door deze vragen te stellen op deze vier gebieden en de antwoorden in kaart te brengen, ontstaat er een compleet
beeld. Je kunt daarbij de kennis en ervaringen van anderen gebruiken: van het kind of de persoon zelf, familie, collega’s, gedragskundige, arts, verpleegkundige of therapeut.

In het voorbeeld heeft de begeleider zich verdiept in de biografie (levensloop) van Anne en heeft de begeleider vragen gesteld over het verleden van Anne. Dit leverde nieuwe inzichten op.

Om je beeld verder aan te vullen betrek je ook de informatie/kennis uit het zorgplan/zorgdossier bij je onderzoek. Dat kan informatie zijn over syndromen, diagnoses, onderzoeken, etc. Door je onderzoek met andere informatiebronnen samen te voegen, ontstaat een breder beeld dat behulpzaam is in het verdere gesprek en overleg met andere professionals.
Voor je verder kunt naar het handelen/doen, is er namelijk nog één tussenstap nodig:

Wat zegt het mij?

Wat is de betekenis van alle informatie?

Je brengt samenhang in de ontdekkingen die je hebt gedaan. Je maakt hiervan een beeld en je krijgt zicht op ontwikkelingsmogelijkheden.

Je kijkt vanuit de startvraag naar dit beeld en denkt na over de ontwikkelingsmogelijkheden. Levert het onderzoek je nieuwe inzichten en mogelijkheden op? Heb ik meer zicht op de vraag achter het gedrag/de situatie en de behoefte van de ander? Begrijp ik de ander beter? Dit doe je samen met anderen. Je probeert dit te verwoorden. Deze stap vormt het keerpunt in het ontdekkingsproces.

Tot hier was je onderzoekend bezig, nu kom je tot een beoordeling, een besluit om een vertrekpunt te hebben van waaruit je op weg kan.

D. Wat doe ik?

kent 2 stappen:

  1. Maak een plan met elkaar en vooral met het kind/de cliënt en zijn/haar familie.
  2. Ga met elkaar op weg, voer je plan uit, sluit aan, kijk hoe het loopt en pas het plan daarop aan.

1. Maak een plan: Deze stap doet een beroep op creativiteit in het denken. Je denkt na over: hoe worden wij samen actief? Wat ga ik/wat gaan wij als team doen om de vraag/behoefte/ontwikkelstap van de ander te kunnen beantwoorden? Hoe scheppen wij voorwaarden en mogelijkheden voor het kind of de cliënt? En wat hebben wij hiervoor nodig?
En: wat vraagt dat van mij om dit te kunnen doen? Hoe kom ik in beweging om te kunnen begeleiden? Je maakt afspraken en zet deze in het plan.

2. Ga met elkaar op weg: De volgende stap vraagt om creativiteit in het handelen/doen: voer je plan uit. Ga doen wat jij/jullie je hebben voorgenomen. De voortgang ga je monitoren: wat neem ik nu waar? Hoe verloopt de nieuwe begeleiding? Hoe verloopt het contact nu?

In het voorbeeld van Anne is de begeleider tot een nieuw plan gekomen waarin ze nieuwe dingen is gaan doen: de tijd nemen voor Anne, er echt voor haar zijn en naar haar luisteren en niet alleen boodschappen zenden. De begeleider ging aan Anne navragen of ze het goed had begrepen. De begeleider ging niet invullen en liet haar gedachten niet afdwalen naar wat er allemaal nog moest gebeuren.

E. Wat doet het met mij/de cliënt?

evalueer, reflecteer en leer met elkaar van de opgedane ervaring

In deze laatste stap kijk je terug: wat heb ik anders gedaan en hoe ging dat? Wat heeft het nieuwe handelen opgeleverd? Hoe is het contact met het kind of de cliënt nu? Sluit ik aan? Heeft het kind/de cliënt/ik/het team (ontwikkel) stappen kunnen zetten?
Deze laatste stap van evaluatie kan nieuwe vragen opleveren en daarmee wordt een nieuw ontdekkingsproces in gang gezet.

In het voorbeeld van Anne ervaarde de begeleider “nee” niet meer als een afwijzing, maar toonde de begeleider begrip dat Anne het even niet aankan. Door dit te benoemen en in contact te blijven, blijven Anne en de begeleider allebei aanwezig en geeft het ruimte in hun contact. De begeleider heeft geleerd dat Anne wel degelijk ook geholpen wil worden, maar dat kan pas als de begeleider haar ziet als de mens die zij is en waar ze oprechte interesse in heeft. Ze kregen daardoor echt contact. Dat geeft vertrouwen en dat is een basis geworden voor nieuwe stappen.

Onderstaande tekst is een kunstzinnige verwoording van het steeds terugkerende ontdekkingsproces.

Men moet geduld hebben met onopgeloste zaken in het hart en proberen de vragen zelf te koesteren als gesloten kamers en als boeken die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.
Het komt erop aan alles te leven. Als je de vragen leeft, leef je misschien langzaam maar zeker, zonder het te merken, op een goede dag het antwoord in.

Rainer Maria Rielke

Camino

Met de download link hier onder kun je de Camino in PDF formaat downloaden. Dit betand is 10 Mb groot. Wil je liever de Camino als papieren versie ontvangen? Kies dan de button 'Bestel Camino'.

Download Camino (PDF)Bestel Camino